Om een toetsaanslag te detecteren, heeft u minimaal één invoersignaal nodig dat de status van de toets aangeeft , meestal een digitaal signaal die aangeeft of de toets is ingedrukt (logisch HOOG/1) of niet is ingedrukt (logisch LAAG/0).
Afhankelijk van de toetsenbordtechnologie en de detectiemethode kan dit het volgende inhouden:
* Een enkel signaal van een mechanische schakelaar: Eenvoudigere toetsenborden maken gebruik van mechanische schakelaars die rechtstreeks een enkel digitaal signaal leveren. Een gesloten schakelaar (toets ingedrukt) geeft een HOOG signaal, een open schakelaar (toets losgelaten) geeft een LAAG signaal.
* Meerdere signalen van een matrixtoetsenbord: Complexere toetsenborden, vooral die met veel toetsen, gebruiken een matrixopstelling. U heeft rij- en kolomsignalen nodig om te bepalen welke toets binnen de matrix wordt ingedrukt. De controller geeft een signaal af aan een rij en controleert de kolommen op een signaal dat een verbinding aangeeft (toetsaanslag). Hiervoor zijn meerdere ingangssignalen nodig.
* Analoge signalen (minder gebruikelijk): Sommige gespecialiseerde toetsenborden of systemen kunnen analoge signalen gebruiken om toetsaanslagen te detecteren, vooral voor drukgevoeligheid. Hiervoor is een analoog-naar-digitaal-omzetter (ADC) nodig om het analoge signaal om te zetten in een digitale waarde voor verwerking.
Samenvattend:hoewel een enkel digitaal signaal het eenvoudigste geval is, gaat het detecteren van toetsaanslagen vaak gepaard met meerdere ingangssignalen, vooral bij grotere toetsenborden of toetsenborden die gebruik maken van meer geavanceerde technologieën. De kernvereiste blijft echter het vermogen om een verandering in de toestand waar te nemen die het indrukken of loslaten van een toets betekent. |