Invoer:
* Twee stukken materiaal: Dit kan papier, stof, haar, metaal, etc. zijn. De schaar heeft iets nodig om te knippen.
Proces:
1. Kracht uitoefenen op de handvatten: De gebruiker knijpt in de handvatten van de schaar.
2. Beweging van het mes: Door deze knijpbeweging sluiten de messen zich, waarbij de scherpe randen naar elkaar toe bewegen.
3. Snijactie: De scherpe randen van de messen snijden elkaar en snijden door het materiaal.
4. Scheiding van materiaal: Het materiaal is verdeeld in twee afzonderlijke stukken.
Uitvoer:
* Twee afzonderlijke delen van het invoermateriaal: Het resultaat van de snijactie is de verdeling van het invoermateriaal in twee delen. Er kunnen ook kleine stukjes materiaal achterblijven (bijvoorbeeld vezels, stof). |