Vonkenapparaten zijn elektrische componenten die zijn ontworpen om opzettelijk een elektrische boog te creëren. Deze boog, een aanhoudende elektrische ontlading door een gas, wordt voor verschillende doeleinden gebruikt, afhankelijk van het specifieke ontwerp en de specifieke toepassing. Ze worden over het algemeen niet gezien als een enkele, uniforme klasse apparaten, maar eerder als een brede categorie die verschillende typen omvat, elk met zijn unieke functie. Voorbeelden zijn onder meer:
* Ontstekingssystemen (interne verbrandingsmotoren): Bougies in auto's zijn daar een goed voorbeeld van. Ze gebruiken hoge spanning om een boog over een opening te creëren, waardoor het lucht-brandstofmengsel in de cilinder wordt ontstoken.
* Lasapparatuur: Booglassers gebruiken een elektrische boog om metaal te smelten en samen te smelten, waardoor de stukken met elkaar worden verbonden. Verschillende soorten booglassen gebruiken verschillende methoden om de boog te genereren en te regelen.
* Hoogspanningsschakelapparatuur: Sommige hoogspanningsstroomonderbrekers gebruiken een boog om de stroomstroom te onderbreken. De boog ontstaat wanneer de contacten opengaan en vervolgens door middel van verschillende technieken wordt gedoofd.
* Verlichting (oudere technologieën): Oudere vormen van verlichting, zoals booglampen, gebruikten een elektrische boog tussen twee elektroden om licht te produceren. Hoewel ze nu minder vaak voorkomen, waren ze historisch gezien belangrijk.
* Plasmatoortsen: Deze apparaten gebruiken een boog met extreem hoge temperaturen om materialen te snijden of te smelten.
* Boogovens: Gebruikt in de metallurgie om metalen bij zeer hoge temperaturen te smelten.
Het belangrijkste kenmerk van alle boogapparaten is het gecontroleerd genereren en soms manipuleren van een elektrische boog. Het specifieke ontwerp en de veiligheidskenmerken variëren sterk, afhankelijk van de toepassing, waarbij de nadruk ligt op zaken als spanningsniveaus, boogduur en de behoefte aan boogstabilisatie of uitdoving. |