Er bestaat niet één ‘vreemdste’ invoerapparaat, aangezien vreemdheid subjectief is en afhangt van de context (technologieniveau, gebruikerservaring, beoogd doel). Enkele kanshebbers voor de titel van vreemd onconventionele invoerapparaten zijn echter:
* Brain-computerinterfaces (BCI's): Deze interpreteren hersengolven rechtstreeks om computers of andere apparaten te besturen. Hoewel het steeds geavanceerder wordt, blijft de rauwe vreemdheid van het besturen van iets met je gedachten opvallend.
* EMG (elektromyografie) bestuurde apparaten: Deze lezen spiersignalen om apparaten te besturen. Stel je voor dat je een prothetisch ledemaat of een computercursor kunt besturen door alleen maar je spieren te buigen:het is zowel indrukwekkend als ongebruikelijk.
* Oogtrackingapparaten: Hoewel het steeds gebruikelijker wordt vanwege de toegankelijkheid, voelt het concept van het puur met je blik besturen van een computer voor velen nog steeds futuristisch en onconventioneel aan.
* Emotieve invoerapparaten: Apparaten die proberen emoties te interpreteren via fysiologische signalen zoals hartslag, huidgeleiding of gezichtsuitdrukkingen. Hoewel nuttig in specifieke toepassingen, is het idee van een machine die rechtstreeks op je emoties reageert inherent vreemd.
* Vroege experimentele apparaten: De geschiedenis is bezaaid met bizarre invoerapparaten die nooit grip hebben gekregen. Denk aan zaken als apparaten die worden bestuurd door de ademhaling van een persoon, of aan complexe mechanische constructies die ingewikkelde fysieke gebaren vereisen. Deze zijn vooral vreemd vanwege hun archaïsche aard en het gebrek aan wijdverbreid gebruik.
Uiteindelijk is het ‘vreemdste’ invoerapparaat een kwestie van persoonlijk perspectief. Wat de één bizar vindt, vindt een ander volkomen logisch of zelfs intuïtief. |