Het berekenen van de vloeistofinvoer en -uitvoer (I&O) houdt in dat alle vloeistoffen die het lichaam binnenkomen en verlaten nauwgezet worden gevolgd. Het is van cruciaal belang voor het monitoren van de hydratatiestatus, vooral bij gehospitaliseerde patiënten of personen met specifieke medische aandoeningen. Hier volgt een overzicht van hoe u dit kunt berekenen:
1. Vloeistofinvoer: Dit omvat alle vloeistoffen die worden geconsumeerd of toegediend. Noteer alles in milliliter (ml). Als u een volume in een andere eenheid heeft (zoals ounces), converteert u dit naar ml (1 ounce ≈ 30 ml).
* Orale vloeistoffen: Water, sap, frisdrank, thee, koffie, bouillon, melk, ijslolly's (denk aan de vloeibare portie).
* IV-vloeistoffen: De snelheid en duur van intraveneuze infusies. Deze informatie staat meestal op de infuuszak of pomp.
* Enterale voeding: Formule toegediend via een voedingssonde.
* Bloedproducten: Bloedtransfusies, plasma, enz.
* Medicijnen: Sommige medicijnen worden in vloeibare vorm toegediend (bijvoorbeeld orale suspensies).
* Irrigatievloeistoffen: Vloeistoffen die worden gebruikt voor het spoelen van wonden, katheters, enz. (Let op:dit kan een aanzienlijke hoeveelheid zijn, vooral bij procedures zoals blaasirrigatie).
2. Vloeistofopbrengst: Dit heeft betrekking op alle vloeistoffen die het lichaam verlaten. Noteer opnieuw alles in milliliters (ml).
* Urine: Meet de urineproductie met behulp van een maatcilinder of een urineopvangzak. Bij gebruik van een katheterzak wordt de hoeveelheid direct uit de zak afgelezen.
* Berggeven (braken): Schat het volume visueel als het niet in een meetapparaat is opgevangen.
* Afwatering: Van wonden (wonddrains), thoraxslangen, neus-maagsondes, enz. Noteer de hoeveelheid van elk apparaat afzonderlijk.
* Diarree: Schat het volume, indien mogelijk bij voorkeur met behulp van een meetinstrument.
* Transpiratie (zweet): Dit is moeilijk nauwkeurig te meten en wordt meestal niet meegenomen, tenzij er sprake is van overmatig zweten.
* Anders: Elk ander aanzienlijk vochtverlies (bijvoorbeeld fisteldrainage).
3. Berekening:
Nadat u alle input en output gedurende een specifieke periode (meestal 8 uur, 12 uur of 24 uur) nauwgezet hebt vastgelegd, telt u de afzonderlijke waarden voor elke categorie bij elkaar op.
* Totale vloeistofinvoer (ml) = Som van alle orale vloeistoffen + IV-vloeistoffen + enterale voeding + bloedproducten + medicijnen + irrigaties
* Totale vloeistofproductie (ml) = Som van alle urine + braken + drainage + diarree + ander vochtverlies
4. Interpretatie:
Het verschil tussen de totale input en output is belangrijk. Een significant verschil kan op een probleem duiden:
* Positieve vochtbalans: Invoer> Uitvoer. Het lichaam houdt meer vocht vast dan het verliest. Dit kan leiden tot oedeem (zwelling).
* Negatieve vochtbalans: Ingang
Belangrijke opmerkingen:
* Nauwkeurigheid is van cruciaal belang: Kleine meetfouten kunnen de interpretatie van de vloeistofbalans aanzienlijk beïnvloeden.
* Consistentie: Handhaaf consistente meetpraktijken gedurende de gehele opnameperiode.
* Documentatie: Houd gedetailleerde en nauwkeurige gegevens bij. Deze informatie is van cruciaal belang voor medische professionals om de toestand van de patiënt te kunnen beoordelen.
* Medische begeleiding: Deze informatie is alleen voor educatieve doeleinden. Raadpleeg altijd een beroepsbeoefenaar in de gezondheidszorg voor een juiste beoordeling en interpretatie van de vochtbalans. Bij de beoordeling van de patiënt houden zij rekening met individuele factoren en de medische geschiedenis.
Deze gedetailleerde uitleg zal u helpen het proces te begrijpen. Houd er echter rekening mee dat nauwkeurige I&O-metingen een goede training vereisen en moeten worden uitgevoerd door gekwalificeerde beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg. |