Er is geen enkele, universeel geaccepteerde term voor geheugen * binnen * een invoer- of uitvoerapparaat. De terminologie hangt sterk af van het specifieke apparaat en de functie ervan. Hier zijn enkele mogelijkheden:
* buffer: Dit is de meest voorkomende term. Invoer-/uitvoerapparaten hebben vaak buffers om gegevens tijdelijk op te slaan terwijl deze wordt overgedragen naar of naar het hoofdsysteemgeheugen. Een printerbuffer bevat bijvoorbeeld de gegevens die moeten worden afgedrukt voordat de printer deze verwerkt.
* Cache: Sommige apparaten, met name hogesnelheid, kunnen cachegeheugen gebruiken om de gegevensoverdracht te versnellen. Dit komt minder vaak voor dan een buffer.
* Intern geheugen: Dit is een algemene term die van toepassing zou kunnen zijn, maar het is minder specifiek dan "buffer" of "cache".
* Apparaatgeheugen: Een brede term, die vaak wordt gebruikt in technische documentatie, verwijzend naar elk geheugen dat rechtstreeks in het apparaat is geïntegreerd.
De beste term om te gebruiken is afhankelijk van de context. Als u over het algemeen over tijdelijke opslag tijdens I/O hebt, is "Buffer" de veiligste gok. |