Je hebt gelijk om die verklaring in twijfel te trekken! Een schijfstation (zoals een harde schijf of SSD) is voornamelijk een opslagapparaat , geen invoer- of uitvoerapparaat in traditionele zin. Dit is waarom:
* invoer: Invoerapparaten worden gebruikt om gegevens aan een computer te verstrekken. Voorbeelden zijn toetsenborden, muizen, scanners en microfoons. Hoewel gegevens * naar een schijf worden geschreven, wordt de schijf zelf niet * het invoerproces gestart. De gegevens zijn afkomstig van andere bronnen (zoals softwaretoepassingen).
* Uitvoer: Uitvoerapparaten worden gebruikt om gegevens van de computer weer te geven of te verzenden. Voorbeelden zijn monitoren, printers, sprekers en netwerkverbindingen. Hoewel gegevens * worden gelezen * van een schijf, is de schijf zelf niet * controle * hoe die gegevens worden weergegeven of gebruikt. Het is de software die de gegevens van de schijf interpreteert en gebruikt.
Dus, waar komt de verwarring vandaan?
Soms wordt de term "invoer/uitvoer" in een bredere context gebruikt bij het bespreken van gegevensopslag:
* Gegevensoverdracht: Wanneer gegevens worden overgedragen tussen de CPU en de schijf, wordt deze technisch beschouwd als een I/O -bewerking. De schijf "invoert" gegevens in de CPU voor verwerking en het "uitvoeren" van verwerkte gegevens terug naar de schijf voor opslag.
* Perspectief van het besturingssysteem: Vanuit het perspectief van het besturingssysteem verzendt het opdrachten naar de schijfstation (zoals "dit bestand lees") en ontvangt gegevens terug (zoals de inhoud van dat bestand). Dit kan vanuit het oogpunt van het OS worden beschouwd.
Samenvattend: Hoewel een schijf betrokken is bij zowel input- als uitvoerbewerkingen op technisch niveau, wordt deze niet als een input- of uitvoerapparaat in de traditionele zin beschouwd. Het is in de eerste plaats een opslagapparaat dat gegevens bevat. |