In eenvoudige bewoordingen, input is wat je aan iets geeft, en output is wat je terugkrijgt. Zie het zo:
* invoer: Je legt ingrediënten in een cakecept.
* Uitvoer: Je krijgt een heerlijke cake.
Hier zijn enkele meer specifieke voorbeelden:
Computerwetenschappen:
* invoer: U typt woorden in een teksteditor.
* Uitvoer: De woorden verschijnen op het scherm.
* invoer: U drukt op een knop op een afstandsbediening.
* Uitvoer: De tv gaat aan.
Real Life:
* invoer: Je eet voedsel.
* Uitvoer: Je krijgt energie.
* invoer: Je studeert voor een test.
* Uitvoer: Hopelijk krijgt u een goed cijfer.
In het algemeen is input de gegevens of informatie die in een systeem wordt ingevoerd, terwijl uitvoer het resultaat of de reactie is die door dat systeem wordt geproduceerd.
Laat het me weten als je meer voorbeelden wilt of nog andere vragen hebt! |