Een invoer is gegevens of informatie die wordt verstrekt aan een systeem, proces of apparaat . Het is wat het systeem "ontvangt" en vervolgens gebruikt om iets te doen.
Hier zijn enkele voorbeelden om het concept te illustreren:
in computers:
* toetsenbord: U typt op een toetsenbord en verzendt tekst als invoer naar de computer.
* muis: U klikt en verplaatst de muis en biedt invoerachtige positie en klikken.
* Microfoon: U spreekt in een microfoon en voert audiosignalen als invoer.
* scanner: U scant een document en voert de beeldgegevens als invoer in.
In andere contexten:
* Kookrecept: De ingrediënten en instructies zijn de invoer voor het maken van een gerecht.
* fabriek: Grondstoffen zijn de input voor het produceren van een product.
* Game: Acties van spelers (zoals druk op knoppen of het verplaatsen van een joystick) zijn de input die het spel drijft.
Sleutelpunten over invoer:
* Het kan fysiek zijn (zoals typen op een toetsenbord) of digitaal (zoals gegevens die via internet zijn verzonden).
* Het kan discrete zijn (zoals een knop drukken) of continu (zoals audio uit een microfoon).
* Het is het startpunt voor een proces of systeem.
Het begrijpen van input is cruciaal om te begrijpen hoe verschillende systemen en processen werken. Het helpt ons te zien hoe informatie wordt ontvangen, verwerkt en uiteindelijk wordt omgezet in een output. |