Verbale (gesproken en geschreven) communicatie
- Spreken :De verbale handeling van het overbrengen van informatie of ideeën via het gesproken woord.
- Zingen :Gebruik van de stembanden om muzikaal geluid te maken.
- Schreeuwen :Heel luid spreken.
- Fluisteren :Heel zacht praten.
- Schrijven :De handeling waarbij handmatig of elektronisch symbolen op papier of een oppervlak worden gemaakt om taal weer te geven.
- Luisteren :De kunst van het opletten of opmerken van iets.
- Lezen :Schriftelijk of gedrukt materiaal bekijken en begrijpen.
Non-verbale communicatie
- Lichaamstaal :Communicatie via houding, gezichtsuitdrukkingen en gebaren.
- Gezichtsuitdrukkingen :De beweging van gezichtsspieren om gevoelens of emoties te tonen.
- Gebaar :Een beweging van het lichaam, vooral van de handen of het hoofd, om een idee of betekenis uit te drukken.
- Proxemics :De studie van hoe mensen de ruimte om hen heen gebruiken en waarnemen.
Visuele hulpmiddelen en visuele communicatie
- Grafieken en grafieken :Visuele weergaven van numerieke gegevens.
- Diagrammen :Visuele weergave van objecten of ideeën met behulp van lijnen en symbolen.
- Illustraties :Visuele representaties die duidelijkheid toevoegen aan tekstuele inhoud.
- Kaarten :Visuele weergaven van geografische gebieden of locaties.
- Afbeeldingen en foto's :Afbeeldingen vastleggen en weergeven.
- Posters en displays :Visuele presentaties van informatie of ideeën.
Multimedia
- Animatie :Het gebruik van een reeks afbeeldingen of tekeningen om de illusie van beweging te creëren.
- Audio :opgenomen of live geluid dat de visuele inhoud begeleidt.
- Video :Bewegende beelden die een boodschap of informatie overbrengen.
- Interactieve media :Digitale media waarmee gebruikers met de inhoud kunnen communiceren.
Informatie- en communicatietechnologieën (ICT)
- Computers :Elektronische apparaten die gegevens kunnen opslaan, verwerken en weergeven.
- Internet :een wereldwijd netwerk van computers dat communicatie, het delen van informatie en toegang mogelijk maakt.
- Mobiele telefoons :Draagbare apparaten die mogelijkheden voor spraak- en datacommunicatie combineren.
- Sociale media :onlineplatforms waarmee gebruikers verbinding kunnen maken, informatie kunnen delen en kunnen communiceren.
Afgedrukte media
- Boeken :Gedrukte werken met geschreven, geïllustreerde of grafische informatie.
- Tijdschriften :Periodieke publicaties met een verscheidenheid aan artikelen, verhalen en afbeeldingen.
- Kranten :Dagelijkse of wekelijkse publicaties met nieuws en actuele gebeurtenissen.
Dit zijn slechts enkele voorbeelden van communicatiemiddelen en -methoden, en er zijn nog veel meer die relevant kunnen zijn in specifieke contexten of situaties. Communicatie kan een complex en veelzijdig proces zijn, en het kiezen van de juiste hulpmiddelen hangt af van factoren zoals de boodschap die wordt overgebracht, het publiek, het gewenste resultaat en de omgeving waarin de communicatie plaatsvindt. |