Ingebedde computers hebben doorgaans geen eigen programmering en ontvangen geen input van gebruikers of communiceren niet met andere systemen. In plaats daarvan zijn ze geprogrammeerd met specifieke instructies en voeren ze deze instructies herhaaldelijk uit. Ze kunnen met andere systemen communiceren via interfaces zoals seriële poorten of netwerkverbindingen, maar communiceren doorgaans niet op dezelfde manier met gebruikers als een pc. |