Invoer- en uitvoerprocessors (I/O), ook wel I/O-controllers of I/O-apparaten genoemd, bevinden zich niet fysiek op een computer. Ze maken deel uit van de architectuur van het computersysteem en verzorgen de communicatie tussen de centrale verwerkingseenheid (CPU) van de computer en de externe apparaten die erop zijn aangesloten, zoals toetsenborden, printers, opslagschijven en netwerkinterfaces.
De invoerprocessor is verantwoordelijk voor het ontvangen van gegevens van de externe apparaten en het formatteren ervan zodat deze door de CPU kunnen worden verwerkt. De uitvoerprocessor daarentegen formatteert de door de CPU geproduceerde gegevens in een vorm die door de externe apparaten kan worden begrepen en gebruikt.
I/O-processors kunnen op verschillende manieren worden geïmplementeerd. In sommige systemen zijn ze geïntegreerd als onderdeel van de CPU, terwijl het in andere systemen afzonderlijke chips of kaarten zijn. Ongeacht hun implementatie spelen ze een cruciale rol bij het faciliteren van de communicatie tussen de interne componenten van de computer en de buitenwereld. |