RPM (rotaties per minuut) verwijst naar de snelheid waarmee de schijven in de harde schijf draaien. Hoe hoger het toerental, hoe sneller de harde schijf toegang heeft tot gegevens. Externe harde schijven hebben doorgaans RPM-snelheden variërend van 5400 RPM tot 7200 RPM.
Buffer verwijst naar de hoeveelheid geheugen die in de harde schijf is ingebouwd en die wordt gebruikt om tijdelijk gegevens op te slaan. Wanneer gegevens worden gelezen van of geschreven naar de harde schijf, worden deze eerst opgeslagen in de buffer. Dit helpt de prestaties te verbeteren door het aantal keren dat de harde schijf toegang moet krijgen tot de schijven te verminderen. Externe harde schijven hebben doorgaans een buffergrootte van 8 MB tot 256 MB.
Over het algemeen kunnen hogere RPM- en buffersnelheden de prestaties van een externe harde schijf verbeteren. Het is echter belangrijk op te merken dat andere factoren, zoals het type interface (USB 2.0 versus USB 3.0) en de grootte van de schijf, ook van invloed kunnen zijn op de prestaties. |