De virtuele desktops van Windows 10, geïntroduceerd in de technische preview-builds (en behouden in latere releases), boden verschillende belangrijke functies:
* Meerdere desktops: De kernfunctie was de mogelijkheid om meerdere, onafhankelijke desktopomgevingen te creëren. Elke desktop zou zijn eigen set open applicaties, vensters en zelfs achtergronden kunnen hebben, wat een betere organisatie en focus mogelijk maakt.
* Schakelen tussen desktops: Gebruikers kunnen eenvoudig schakelen tussen virtuele desktops met behulp van sneltoetsen (meestal 'Win + Ctrl + Pijl-links/Rechts' om te schakelen, 'Win + Ctrl + D' om een nieuwe te maken, en 'Win + Ctrl + F4' om er een te sluiten). De knop Taakweergave bood ook een visuele weergave van alle desktops en hun geopende applicaties.
* Onafhankelijke toepassingsregeling: Elke desktop had zijn eigen, onafhankelijke opstelling van vensters. Het sluiten van een applicatie op het ene bureaublad had geen invloed op het andere.
* Taakweergave-integratie: Task View, een systeembrede applicatieswitcher, speelde een cruciale rol bij het beheer van virtuele desktops. Hiermee konden gebruikers alle geopende applicaties op alle desktops visueel zien.
* Onafhankelijke achtergronden (potentieel): Hoewel niet consistent geïmplementeerd in alle technische preview-builds, maakten sommige versies het mogelijk om verschillende achtergronden op elke virtuele desktop in te stellen.
* Basisfunctionaliteit: De virtuele desktops in de vroege Technical Preview-builds waren vrij eenvoudig vergeleken met latere versies. Functies zoals geluidsinstellingen per desktop of geavanceerde applicatiegroepering waren mogelijk afwezig of beperkt.
Het is belangrijk op te merken dat de functies en hun exacte gedrag mogelijk enigszins hebben gevarieerd tussen verschillende technische preview-builds van Windows 10. De uiteindelijk uitgebrachte versie van Windows 10 heeft deze oorspronkelijke functies aanzienlijk verfijnd en uitgebreid. |