Een van de grootste verschillen tussen desktop- en laptopcomputers is hun vormfactor en draagbaarheid. Desktops zijn ontworpen voor stationair gebruik en zijn doorgaans groter van formaat en nemen een aangewezen werkruimte in beslag. Ze bestaan uit afzonderlijke componenten zoals de CPU-toren, monitor, toetsenbord en muis. Desktops bieden meer uitbreidbaarheid en aanpassingsmogelijkheden, waardoor gebruikers indien nodig individuele componenten kunnen upgraden of vervangen.
Aan de andere kant zijn laptops ontworpen om draagbaar te zijn en zijn ze compact van formaat. Ze integreren alle essentiële componenten, inclusief de CPU, het beeldscherm, het toetsenbord en het touchpad, in één enkele eenheid. Laptops zijn ideaal voor gebruikers die op verschillende locaties of onderweg moeten werken of hun computers moeten gebruiken. Hoewel laptops meer mobiliteit bieden, kunnen ze beperkingen hebben op het gebied van upgradebaarheid en uitbreidbaarheid in vergelijking met desktops. |