Het aantal mensen dat een supercomputer kan gebruiken is geen vast getal. Het hangt van verschillende factoren af:
* Toegang: Supercomputers zijn vaak gehuisvest in onderzoeksinstellingen, nationale laboratoria of grote bedrijven. Toegang wordt doorgaans verleend aan onderzoekers, wetenschappers en ingenieurs met goedgekeurde projecten waarvoor enorme rekenkracht nodig is. Het aantal goedgekeurde gebruikers varieert sterk, afhankelijk van de faciliteit en haar beleid.
* Gelijktijdige gebruikers: Zelfs met toegang wordt het aantal mensen dat *gelijktijdig* een supercomputer gebruikt beperkt door de beschikbare middelen. De machine heeft een eindig aantal processors, geheugen en netwerkbandbreedte. Veel taken kunnen gelijktijdig worden uitgevoerd, maar de toewijzing van elke gebruiker is beperkt.
* Type toegang: Sommige gebruikers hebben mogelijk directe toegang tot de machine via een login, terwijl anderen opdrachten kunnen indienen via een wachtrijsysteem, waarbij ze de bronnen met vele anderen delen. Dit betekent dat veel meer mensen *indirect* de machine kunnen gebruiken. Iemand kan bijvoorbeeld gegevens bijdragen aan een groot project dat op de supercomputer draait.
Kortom, het is onmogelijk om één cijfer te geven. Duizenden mensen zouden indirect kunnen profiteren van de resultaten die door een supercomputer worden gegenereerd, terwijl slechts een kleiner aantal directe toegang zou kunnen hebben en deze tegelijkertijd zou kunnen gebruiken. |