Het CPU-gebruik wordt berekend door de hoeveelheid tijd die de CPU actief bezig is met het verwerken van taken te vergelijken met de totale waargenomen tijd. Er zijn verschillende manieren om dit uit te drukken, en de specifieke methode hangt af van de gebruikte tools en het gewenste detailniveau. Hier zijn een paar veel voorkomende benaderingen:
1. Met behulp van een eenvoudig percentage:
Dit is de meest gebruikelijke methode, uitgedrukt als een percentage tussen 0% en 100%.
* Formule: CPU-gebruik =[(Totale CPU-tijd - Inactieve tijd) / Totale CPU-tijd] * 100%
* Uitleg:
* Totale CPU-tijd: De totale waargenomen tijd (bijvoorbeeld één minuut, één uur).
* Inactieve tijd: De hoeveelheid tijd die de CPU inactief heeft doorgebracht en niets heeft gedaan.
* Voorbeeld: Als de CPU gedurende 45 seconden actief was tijdens een totale observatieperiode van 60 seconden, is het gebruik [(60 - 15) / 60] * 100% =75%.
2. Systeemmonitoringtools gebruiken:
Besturingssystemen en systeemmonitoringtools (zoals Taakbeheer op Windows, Activity Monitor op macOS, `top` of `htop` op Linux) geven het CPU-gebruik rechtstreeks weer als een percentage. Deze tools berekenen dit meestal intern met behulp van de bovenstaande formule, waarbij het percentage in de loop van de tijd dynamisch wordt bijgewerkt. Ze splitsen het gebruik vaak ook op per kern of proces.
3. Gebruik per kern:
Moderne systemen hebben meerdere kernen. Het berekenen van het gebruik per kern geeft een gedetailleerder beeld. De bovenstaande formule geldt individueel voor elke kern. Het totale CPU-gebruik vertegenwoordigt dan het gemiddelde of de som van het gebruik per core, afhankelijk van de context (gemiddeld komt vaker voor).
4. Gebruik per proces:
Net als per core kunt u berekenen hoeveel CPU-tijd elk afzonderlijk proces verbruikt. Dit is handig voor het identificeren van resource-intensieve applicaties. Deze informatie wordt doorgaans geleverd door systeemmonitoringtools. Het percentage is relatief ten opzichte van de totale CPU-tijd, of de CPU-tijd van een specifieke kern, afhankelijk van de mogelijkheden van de tool.
Belangrijke overwegingen:
* Bemonstering: De meeste monitoringinstrumenten maken gebruik van steekproeven. Ze maken met regelmatige tussenpozen momentopnamen van het CPU-gebruik. Dit introduceert kleine onnauwkeurigheden, maar is over het algemeen voldoende voor de meeste doeleinden.
* Gemiddeling: Het gerapporteerde gebruik is vaak een gemiddelde over een bepaalde periode. Een korte bemonsteringsperiode kan pieken laten zien, terwijl een langere bemonsteringsperiode fluctuaties zal gladstrijken.
* Contextwisseling: Het schakelen tussen processen neemt een kleine hoeveelheid CPU-tijd in beslag, wat het gerapporteerde gebruik enigszins kan verhogen.
* Hyperthreading: Als uw CPU hyperthreading heeft, kan een enkele fysieke kern verschijnen als twee logische kernen. Het totale gebruik van alle logische kernen kan hoger zijn dan 100%, omdat de kernen de fysieke bronnen delen.
Samenvattend:hoewel de basispercentageberekening eenvoudig is, is de praktische meting van het CPU-gebruik afhankelijk van systeemtools voor nauwkeurige en gedetailleerde informatie, waarbij gegevens vaak worden opgesplitst per kern, proces of zelfs thread. |