CPU-prestaties kunnen op verschillende manieren worden gemeten, afhankelijk van het aspect waarop u zich concentreert. Er is niet één eenheid. Veel voorkomende statistieken zijn onder meer:
* Kloksnelheid (frequentie): Gemeten in Hertz (Hz), gigahertz (GHz), enz. Dit vertegenwoordigt het aantal cycli dat de CPU per seconde voltooit. Hoewel dit een nuttig uitgangspunt is, geeft het geen volledig beeld van de prestaties, aangezien instructie per klok (IPC) ook belangrijk is.
* Instructies per cyclus (IPC): Dit meet hoeveel instructies de CPU per klokcyclus kan uitvoeren. Een hogere IPC betekent dat er meer werk per cyclus wordt gedaan, zelfs bij dezelfde kloksnelheid.
* Instructies per seconde (IPS): Dit is een directe maatstaf voor het aantal instructies dat per seconde wordt uitgevoerd. Het combineert kloksnelheid en IPC.
* Miljoenen instructies per seconde (MIPS): Een oudere maatstaf, die tegenwoordig minder relevant is vanwege architectonische verschillen tussen CPU's, waardoor vergelijkingen moeilijk worden.
* FLOPS (Floating-Point Operations Per Second): Meet de snelheid van drijvende-kommaberekeningen, cruciaal voor wetenschappelijk computergebruik en grafische verwerking. Vaak uitgedrukt in GFLOPS (miljarden) of TFLOPS (biljoenen).
* Benchmarks: Synthetische benchmarks (zoals Geekbench of Cinebench) en real-world applicatietests bieden een meer holistisch beeld van de prestaties bij verschillende taken. Deze benchmarks geven scores die een vergelijking tussen verschillende CPU's mogelijk maken.
Kortom, kloksnelheid is een eenvoudige, gemakkelijk te begrijpen maatstaf, maar benchmarks bieden de meest uitgebreide en realistische beoordeling van CPU-prestaties. |