Een CPU heeft geen vast aantal bewerkingen die hij kan uitvoeren. Het aantal bewerkingen is feitelijk onbeperkt, afhankelijk van deze factoren:
* Tijd: Een CPU kan theoretisch continu bewerkingen uitvoeren zolang hij stroom heeft.
* Instructies: De instructiesetarchitectuur (ISA) van de CPU definieert de soorten bewerkingen die deze *kan* uitvoeren. Dit is een eindige set, maar hij is behoorlijk groot (honderden of zelfs duizenden instructies).
* Gegevens: De hoeveelheid gegevens die beschikbaar zijn om te verwerken, bepaalt hoeveel bewerkingen op die gegevens kunnen worden uitgevoerd. Als u over meer gegevens beschikt, kunt u meer bewerkingen uitvoeren.
* Programmalengte: De lengte en complexiteit van een programma bepalen het aantal instructies dat wordt uitgevoerd.
In plaats van na te denken over een *limiet* voor bewerkingen, is het nuttiger om rekening te houden met de CPU's:
* Kloksnelheid: Dit meet hoeveel cycli de CPU per seconde kan uitvoeren. Elke cyclus kan potentieel één of meer instructies uitvoeren.
* Instructies per cyclus (IPC): Dit vertegenwoordigt het gemiddelde aantal instructies dat een CPU per klokcyclus kan uitvoeren. Moderne CPU's bereiken vaak IPC-waarden groter dan 1 door technieken als pipelining en superscalaire uitvoering.
* Doorvoer: Dit is een maatstaf voor het aantal instructies of taken dat per tijdseenheid wordt voltooid, een meer praktische maatstaf dan alleen ruwe bewerkingen.
Dus hoewel er geen eenduidig antwoord bestaat op de vraag "hoeveel bewerkingen", is de capaciteit enorm en in wezen beperkt door de tijd, de beschikbare gegevens en het programma dat op de CPU draait. |