De vier belangrijkste functionele delen van een CPU zijn:
1. Rekenkundige logische eenheid (ALU): Voert rekenkundige bewerkingen uit (optellen, aftrekken, vermenigvuldigen, delen) en logische bewerkingen (AND, OR, NOT, XOR). Het is de "rekenmachine" van de CPU.
2. Besturingseenheid (CU): Haalt instructies uit het geheugen, decodeert ze en coördineert de activiteiten van alle andere componenten van de CPU om de instructies uit te voeren. Het fungeert als de "directeur" van de CPU.
3. Registreert: Snelle opslaglocaties binnen de CPU die gegevens en instructies bevatten die momenteel worden verwerkt. Ze zijn veel sneller dan RAM, maar hebben een zeer beperkte capaciteit. Beschouw ze als het "kladblok" van de CPU.
4. Geheugenbeheereenheid (MMU): Beheert de verplaatsing van gegevens tussen de CPU en het hoofdgeheugen (RAM). Dit omvat taken zoals virtueel geheugenbeheer en adresvertaling. Hoewel het niet altijd expliciet wordt genoemd als een van de *vier* secties, is het een cruciaal functioneel onderdeel van moderne CPU's. Bij sommige eenvoudigere architecturen zou de functionaliteit ervan nauwer met de CU kunnen worden geïntegreerd.
Het is belangrijk op te merken dat deze secties naadloos samenwerken. Een moderne CPU is een sterk geïntegreerd systeem en de grenzen tussen deze secties kunnen wazig zijn. De bovenstaande beschrijvingen zijn vereenvoudigd voor de duidelijkheid. |