De computerbronnen die u beschrijft, worden Interrupts genoemd .
Hier is een uitsplitsing:
* onderbreekt zijn signalen waarmee hardwarecomponenten (zoals een toetsenbord, muis, harde schijf of netwerkkaart) de huidige taken van de CPU kunnen onderbreken en zijn aandacht kunnen aanvragen.
* directe lijnen zijn de fysieke verbindingen tussen deze componenten en de interruptcontroller van de CPU, waardoor ze de CPU direct kunnen signaleren.
Hoe het werkt:
1. Verzoek: Wanneer een component de aandacht van de CPU nodig heeft, stuurt het een interruptsignaal langs zijn speciale lijn naar de interruptcontroller.
2. Interrupt controller: De interruptcontroller ontvangt het signaal en genereert een specifiek interruptverzoek (IRQ) -nummer dat aan de component is gekoppeld.
3. CPU -reactie: De CPU pauzeert bij het detecteren van het interruptverzoek zijn huidige werking, bespaart zijn context (status) en schakelt over om de interrupt af te handelen.
4. Interrupt Handler: De CPU voert vervolgens een specifieke interrupt-handlerroutine (een vooraf gedefinieerde code) uit die is gekoppeld aan het IRQ-nummer, die de juiste actie bepaalt die moet worden ondernomen op basis van het verzoek van de component.
5. CV: Na het verwerken van de interrupt herstelt de CPU zijn context en hervat de taak die het eerder had uitgevoerd.
Voordelen van onderbrekingen:
* Efficiëntie: Hiermee kunnen componenten aandacht vragen zonder de CPU constant te bestrijden, waardoor tijd en middelen worden bespaard.
* Responsiviteit: Maakt onmiddellijke afhandeling van gebeurtenissen zoals toetsenbordinvoer, muisbewegingen en aankomsten voor netwerkgegevens.
* flexibiliteit: Hiermee kan de CPU meerdere taken en apparaten tegelijkertijd verwerken, waardoor de algemene systeemprestaties worden verbeterd.
Voorbeelden van interruptgebruik:
* toetsenbord: Wanneer een toets wordt ingedrukt, verzendt het toetsenbord een interrupt naar de CPU, zodat deze de toetsaanslag kan registreren en deze kan verwerken.
* harde schijf: Wanneer gegevens worden aangevraagd via de harde schijf, stuurt deze een interrupt naar de CPU wanneer de gegevens klaar zijn, waardoor de CPU deze kan ophalen.
* Netwerkkaart: Wanneer een netwerkpakket arriveert, verzendt de netwerkkaart een interrupt naar de CPU, waardoor deze de inkomende gegevens kan verwerken.
Samenvattend bieden interrupts een kritisch communicatiemechanisme tussen hardwarecomponenten en de CPU, waardoor een efficiënte en responsieve werking van het computersysteem wordt gewaarborgd. |