Een logische sonde die is aangesloten op de datalijn van een op een microprocessor gebaseerd systeem zou idealiter een continu afwisselend patroon van hoge en lage logische niveaus moeten vertonen, wat aangeeft dat de microprocessor actief gegevens leest en schrijft naar het geheugen of randapparatuur. Dit dynamische patroon is het resultaat van het feit dat de microprocessor zijn instructies uitvoert en communiceert met verschillende componenten binnen het systeem.
Met andere woorden, de logische sonde moet een voortdurend veranderende reeks logische toestandsovergangen tussen '1' en '0' op de datalijnen weergeven, die de stroom van gegevens en besturingssignalen tijdens de uitvoering van het programma weerspiegelen. |