DRAM (Dynamic Random Access Memory) wordt vaak gebruikt voor het hoofdgeheugen, terwijl SRAM (Static Random Access Memory) vaak wordt gebruikt voor cachegeheugen, zoals de L1- en L2-caches. Dit zijn kleine, snelle geheugens die tussen de processor en het hoofdgeheugen worden geplaatst.
DRAM
* Condensatoren slaan geheugen op in rijen en kolommen.
* Vereist periodieke vernieuwing om de opgeslagen gegevens te behouden.
* Minder duur en hogere dichtheid vergeleken met SRAM.
* Langzamere toegangstijd vergeleken met SRAM.
SRAM
* Transistors slaan geheugen op in logische circuits.
* Geen noodzaak voor periodieke vernieuwing om de opgeslagen gegevens te behouden.
* Duurder en lagere dichtheid vergeleken met DRAM.
* Snellere toegangstijd vergeleken met DRAM. |