Het bepalen welke wijzigingen in een computersysteem op een specifiek tijdstip zijn aangebracht, omvat een combinatie van tools en technieken. Hier is een uitsplitsing:
1. Auditing en logboekregistratie:
* Systeemlogboeken: Elk besturingssysteem en de meeste toepassingen houden logboeken bij. Deze logboeken registreren gebeurtenissen zoals gebruikersaanmeldingen, bestandstoegang, software -installaties, wijzigingen in configuraties en beveiligingsgebeurtenissen.
* Change Management Systems: Organisaties met een robuuste IT -infrastructuur gebruiken vaak speciale systemen om wijzigingen bij te houden en goed te keuren. Deze systemen registreren die de wijzigingen hebben aangebracht, de aard van de verandering, de tijd die het werd aangebracht en bevatten vaak een rechtvaardiging voor de verandering.
* Security Information and Event Management (SIEM) Systems: Deze systemen verzamelen logboeken uit verschillende bronnen, analyseren ze voor patronen en kunnen helpen bij het identificeren van veranderingen die kunnen wijzen op kwaadaardige activiteit.
2. Versiebesturingssystemen:
* Broncode -repositories (git, svn, enz.): Deze systemen volgen wijzigingen in de broncode in de loop van de tijd. Ontwikkelaars kunnen gemakkelijk zien welke coderegels zijn gewijzigd, wanneer en door wie. Dit is cruciaal voor softwareontwikkeling, maar kan ook nuttig zijn voor systeemconfiguratiebestanden als ze worden beheerd onder versiebeheer.
* Configuratiebeheer Tools (ANSible, Puppet, Chef): Deze tools automatiseren infrastructuurvoorziening en configuratiebeheer. Ze houden een record bij van de gewenste staat van uw systeem en kunnen u laten zien welke wijzigingen zijn aangebracht om het systeem in die gewenste staat te brengen.
3. Forensisch gereedschap:
* Disk -beeldvorming en analyse: Tools zoals FTK Imager of Encase kunnen op een specifiek tijdstip een momentopname van een harde schijf of partitie maken. Dit stelt forensische analisten in staat om de status van het systeem te analyseren en mogelijk verwijderde bestanden te herstellen of wijzigingen te identificeren die werden geprobeerd verborgen te worden.
4. Netwerkmonitoring en analyse:
* Netwerkverkeersanalyse: Het analyseren van netwerkverkeer kan pogingen onthullen om verbinding te maken met externe servers, het downloaden van bestanden of het wijzigen van systeemconfiguraties. Tools zoals Wireshark kunnen netwerkverkeer vastleggen en analyseren.
5. Gebruikersaccounts en privileges:
* Auditpaden: Activiteitslogboeken voor gebruikersaccount kunnen aangeven wanneer een gebruiker toegang heeft tot specifieke bestanden, wijzigingen aangebracht in systeeminstellingen of geïnstalleerde software.
* Access Control Lists (ACLS): ACL's definiëren wie toegang heeft tot specifieke bestanden en bronnen. Wijzigingen in ACL's kunnen wijzigingen aangeven in systeembeveiliging.
Uitdagingen:
* Onvolledige logboekregistratie: Niet alle wijzigingen worden consistent vastgelegd.
* Logmanipulatie: Logboeken kunnen worden geknoeid met of verwijderd, waardoor het moeilijk is om gebeurtenissen te reconstrueren.
* Systeemcomplexiteit: Moderne computersystemen zijn complex, waardoor het een uitdaging is om specifieke veranderingen te isoleren.
Best practices:
* Sterk logboekbeleid vaststellen: Zorg ervoor dat logboeken uitgebreid zijn, voor een redelijke duur behouden en beschermd tegen ongeautoriseerde toegang.
* Implementeer verandermanagementprocessen: Formaliseer wijzigingsgoedkeuringsprocessen om wijzigingen bij te houden en te documenteren, risico's te minimaliseren en de verantwoordingsplicht te verbeteren.
* Bekijk regelmatig logboeken: Analyseer logboeken periodiek om potentiële beveiligingsproblemen of ongebruikelijke activiteiten te identificeren.
Door meerdere informatiebronnen te combineren en forensische technieken toe te passen, kunt u de kansen om te bepalen welke wijzigingen in een computersysteem op een specifiek tijdstip aanzienlijk zijn aangebracht. |