Faxmachines en printers worden heel verschillend gebruikt, hoewel ze soms in één apparaat worden gecombineerd (een fax/printer/scanner-combinatie). Laten we eens kijken hoe we ze allemaal kunnen gebruiken:
Een faxapparaat gebruiken:
1. Bereid uw document voor: Zorg ervoor dat uw document klaar is om te worden verzonden. Als het een handgeschreven notitie is, zorg er dan voor dat deze leesbaar is. Bij getypte documenten moet u deze mogelijk eerst afdrukken.
2. Verbinden met een telefoonlijn: De meeste faxapparaten hebben een speciale telefoonlijn nodig. Zorg ervoor dat het goed is aangesloten en dat het faxapparaat is ingeschakeld.
3. Bel het faxnummer van de ontvanger: Voer het faxnummer in via het toetsenbord van het faxapparaat.
4. Plaats uw document: Met de bedrukte zijde naar beneden in de documentinvoer of, voor losse vellen, in de sleuf voor losse vellen.
5. Druk op Verzenden/Start: Het faxapparaat kiest het nummer en verzendt het document. U hoort waarschijnlijk tonen die de verbindings- en transmissiestatus aangeven.
6. Bevestiging: Zodra de verzending is voltooid, moet het faxapparaat een bevestigingspagina afdrukken met details zoals de datum, tijd en status van de fax.
7. Een fax ontvangen: Wanneer er een fax naar uw machine wordt verzonden, wordt het ontvangen document automatisch afgedrukt.
Een printer gebruiken:
1. Verbinden met een computer of netwerk: Moderne printers maken doorgaans verbinding via USB, Wi-Fi of Ethernet. Installeer de benodigde stuurprogramma's op uw computer.
2. Open het document dat u wilt afdrukken: Dit kan een Word-document, een PDF, een afbeelding, enz. zijn.
3. Selecteer Afdrukken: In de meeste toepassingen vindt u een optie "Afdrukken" in het menu Bestand of een printerpictogram.
4. Kies uw printer: Selecteer de printer die u wilt gebruiken uit de lijst met beschikbare printers.
5. Pas de afdrukinstellingen aan (optioneel): U kunt vaak instellingen aanpassen, zoals het aantal exemplaren, het papierformaat, de afdrukkwaliteit en kleur/zwart-wit.
6. Klik op Afdrukken: Hiermee wordt het afdrukproces gestart. Uw document wordt afgedrukt en uitgevoerd vanaf de printer.
Een combinatie van fax/printer/scanner gebruiken:
Deze multifunctionele apparaten combineren de functionaliteiten van een faxapparaat, printer en scanner in één apparaat. Ze werken op dezelfde manier als de afzonderlijke apparaten die hierboven zijn beschreven, maar de bediening wordt vaak geregeld via een ingebouwd display- en menusysteem. Normaal gesproken moet u de gewenste functie (faxen, afdrukken, scannen) selecteren voordat u doorgaat met de relevante stappen. Raadpleeg de handleiding van uw apparaat voor specifieke instructies. |