U kunt 'Capture Printer Port' inschakelen (of een vergelijkbare optie, ook wel 'Een nieuwe poort maken' genoemd en 'Standaard TCP/IP-poort' selecteren) tijdens de installatie van een netwerkprinter wanneer u verbinding maakt met een printer die geen standaard stuurprogramma of protocol gebruikt . Dit geldt vooral voor:
* Oudere of minder gebruikelijke netwerkprinters: Voor deze printers zijn mogelijk geen stuurprogramma's beschikbaar voor standaardnetwerkprotocollen zoals LPD of IPP. Met behulp van een capture-poort kunt u afdruktaken via een meer algemene methode verzenden, waarbij u vaak vertrouwt op een aangepast stuurprogramma of een ruwe gegevensstroom die rechtstreeks naar de netwerkinterface van de printer wordt verzonden.
* Printers met ongebruikelijke netwerkconfiguraties: Als de printer een niet-standaard IP-adrestoewijzing heeft, een uniek poortnummer gebruikt of een eigen protocol voor communicatie gebruikt, kan een capture-poort nodig zijn om de kloof te overbruggen.
* Directe interactie met een printserver: In plaats van verbinding te maken met de printer zelf, maakt u mogelijk verbinding met een speciale printserver die meerdere printers beheert. De capture-poort fungeert als tussenpersoon en verzendt gegevens naar de server, die vervolgens de daadwerkelijke communicatie met de printer afhandelt.
Voor de meeste moderne netwerkprinters die standaardprotocollen gebruiken (zoals IPP), hoeft u deze optie doorgaans niet in te schakelen. Het printerstuurprogramma handelt de communicatie automatisch af. Het gebruik van een capture-poort is in dit scenario doorgaans niet nodig en kan het oplossen van problemen bemoeilijken. |