In Windows XP is de toegang tot de printereigenschappen afhankelijk van of u de printer bekijkt vanuit de map Printers en faxapparaten of vanuit een toepassing.
Methode 1:vanuit de map Printers en faxapparaten
1. Open Printers en faxapparaten: Ga naar Start -> Instellingen -> Printers en faxapparaten. Hierdoor wordt het venster Printers en faxapparaten geopend, waarin uw geïnstalleerde printers worden weergegeven.
2. Klik met de rechtermuisknop op de printer: Klik met de rechtermuisknop op het pictogram dat de printer vertegenwoordigt die u wilt configureren.
3. Selecteer Eigenschappen: Kies "Eigenschappen" in het contextmenu.
4. Toegang tot printereigenschappen: Hierdoor wordt het eigenschappenvenster van de printer geopend, dat doorgaans tabbladen als 'Algemeen', 'Delen', 'Poorten', 'Geavanceerd' en 'Beveiliging' bevat, zodat u verschillende printerinstellingen kunt configureren.
Methode 2:vanuit een applicatie
Sommige toepassingen bieden een manier om rechtstreeks vanuit het afdrukdialoogvenster toegang te krijgen tot de printereigenschappen.
1. Open het dialoogvenster Afdrukken: Ga in uw toepassing naar Bestand -> Afdrukken (of een vergelijkbare menuoptie).
2. Zoek naar eigenschappen: Het afdrukdialoogvenster heeft meestal een knop met het label 'Eigenschappen', 'Voorkeuren' of iets dergelijks. Met deze knop wordt het eigenschappenvenster van de printer geopend, zodat u de instellingen kunt aanpassen voordat u gaat afdrukken. De exacte bewoording en locatie kunnen variëren, afhankelijk van de toepassing.
Houd er rekening mee dat de beschikbare opties in het printereigenschappenvenster afhankelijk zijn van het specifieke printermodel en de bijbehorende stuurprogramma's. |