Een vergrootglas doet op een zonnige dag papier ontbranden door zonlicht te concentreren. Hier is hoe het werkt:
1. Lichtconcentratie: Het vergrootglas, een bolle lens, buigt (breekt) de parallelle zonnestralen. Het focust deze stralen op een enkel punt, het brandpunt genoemd.
2. Verhoogde intensiteit: In het brandpunt wordt het zonlicht geconcentreerd in een veel kleiner gebied. Dit verhoogt de intensiteit van het licht dramatisch, wat betekent dat een veel grotere hoeveelheid energie dat kleine plekje op het papier raakt.
3. Warmtegeneratie: Dit geconcentreerde zonlicht genereert aanzienlijke warmte op het brandpunt.
4. Ontsteking: De hitte van het geconcentreerde zonlicht overtreft de ontbrandingstemperatuur van het papier. De cellulosevezels van het papier beginnen snel te ontbinden en te oxideren, wat leidt tot verbranding – een vlam.
In wezen fungeert het vergrootglas als een zonneoven, waarbij de energie van de zon op een klein deel van het papier wordt geminiaturiseerd, wat resulteert in ontsteking. Op een heldere, zonnige dag verloopt het proces sneller en gemakkelijker, omdat er meer zonlicht beschikbaar is voor concentratie. |