Bedrijven printen massaal met verschillende methoden, afhankelijk van het type print dat nodig is, het volume en het budget. Hier zijn enkele veel voorkomende technieken:
Voor afdrukken in grote volumes en vaak tegen lagere kosten:
* Offsetlithografie: Dit is het werkpaard van massaprinten. Er worden platen gebruikt om de inkt over te brengen op een rubberen deken en vervolgens op het papier. Het is ongelooflijk efficiënt voor grote oplagen (duizenden of miljoenen exemplaren) en levert resultaten van hoge kwaliteit, vooral bij afdrukken in kleur. De installatiekosten kunnen echter aanzienlijk zijn, waardoor het minder kosteneffectief is voor kleinere runs.
* Flexografie: Maakt gebruik van flexibele fotopolymeerplaten en is ideaal voor het printen op flexibele materialen zoals plastic zakken, verpakkingen en etiketten. Het wordt vaak gebruikt voor repetitieve ontwerpen met grote volumes.
* Grafiek: Deze methode maakt gebruik van gegraveerde cilinders om de inkt vast te houden, waardoor deze uitstekend geschikt is voor het printen van grote volumes met continutoonafbeeldingen (zoals foto's) op verschillende substraten. Het komt vooral voor bij het drukken van verpakkingen en tijdschriften.
Voor afdrukken in kleinere tot middelgrote volumes, of gespecialiseerd drukwerk:
* Digitaal printen: Dit omvat een reeks technologieën (zoals inkjet- en tonergebaseerde printers) die rechtstreeks vanuit een digitaal bestand printen, waardoor er geen platen nodig zijn. Het is veelzijdig en maakt gepersonaliseerd afdrukken en kleine oplages mogelijk, maar de kosten per eenheid zijn doorgaans hoger dan bij offset voor zeer grote oplages. Voorbeelden zijn onder meer:
* Inkjetprinter: Er wordt gebruik gemaakt van vloeibare inkt die op het papier wordt gespoten. Er bestaan verschillende typen, van grootformaat inkjetprinters voor posters en banners tot snelle inkjetpersen voor het drukken van boeken.
* Op toner gebaseerd (Xerox-stijl): Er wordt gebruik gemaakt van tonerpoeder dat met hitte op het papier wordt gesmolten. Veel voorkomend in kantoorprinters, maar ook gebruikt in grotere productieprinters.
Andere overwegingen:
* Prepress: Voordat er met afdrukken kan worden begonnen, moeten de bestanden worden voorbereid. Het gaat hierbij om beeldbewerking, kleurcorrectie en het maken van drukplaten (voor offset, flexo en diepdruk). Deze fase is cruciaal voor het behalen van resultaten van hoge kwaliteit.
* Postpress: Eenmaal gedrukt kunnen de materialen aanvullende processen ondergaan, zoals binden (voor boeken), snijden, vouwen, afwerken (lamineren, reliëfdrukken) en verpakken.
* Printboerderijen: Veel grote bedrijven besteden hun drukwerk uit aan gespecialiseerde faciliteiten die 'printfarms' worden genoemd en die over de benodigde apparatuur en expertise beschikken om grote printopdrachten efficiënt af te handelen.
Kortom, het ‘hoe’ hangt sterk af van de specifieke behoeften van het project. Een bedrijf kan een combinatie van methoden gebruiken, afhankelijk van de aard van zijn producten. Een uitgeverij kan bijvoorbeeld offset gebruiken voor de massaproductie van boeken, maar digitaal printen voor kleinere oplages of gepersonaliseerde edities. Een voedingsbedrijf vertrouwt misschien op flexografie voor verpakkingen, maar op compensatie voor brochures en marketingmateriaal. |