| Hier is hoe dit probleem op te lossen: 
  
  1. Begrijp het verschil in afdruksnelheden   
  
 * Printer B Print 80 - 60 =20 meer woorden per minuut dan printer A.  
  
  2. Bereken het tijdsverschil   
  
 * Printer A begint om 7:47 en printer B begint om 8:07. Dit betekent dat printer B 20 minuten later begint dan printer A.  
  
  3. Zoek uit hoeveel woorden printer A afdrukken in 20 minuten   
  
 * Printer A drukt 60 woorden/minuut af * 20 minuten =1200 woorden in de startstart van 20 minuten.  
  
  4. Bepaal hoeveel woorden printer B moeten inhalen   
  
 * Printer B moet 1200 woorden afdrukken om de printer in te halen A.  
  
  5. Bereken de tijd voor printer B om in te halen   
  
 * Printer B drukt 20 woorden/minuut sneller af dan printer A.  
 * Om 1200 woorden af te drukken, duurt het 1200 woorden / 20 woorden / minuut =60 minuten.  
  
  6. Vind de tijd die printer B inhaalt   
  
 * Printer B begint om 8:07. Voeg 60 minuten toe om de tijd te vinden die het inhaalt:8:07 + 60 minuten =9:07.  
  
  Antwoord: Printer B zal de printer A om 9:07 inhalen. |