Er is niet één enkel apparaat dat universeel wordt gebruikt om flexibiliteit te beoordelen. De methode hangt af van het type flexibiliteit dat wordt beoordeeld en het vereiste nauwkeurigheidsniveau. Enkele veel voorkomende hulpmiddelen en methoden zijn echter:
* Goniometer: Dit is een gradenboogachtig apparaat dat wordt gebruikt om de hoek van een gewricht tijdens beweging te meten, waardoor een kwantitatieve maatstaf voor de flexibiliteit wordt geboden. Het wordt vaak gebruikt voor het beoordelen van het bewegingsbereik in specifieke gewrichten.
* Hellingsmeter: Vergelijkbaar met een goniometer, maar vaak eenvoudiger en gemakkelijker te gebruiken, waarbij de hoeken van lichaamssegmenten worden gemeten ten opzichte van de zwaartekracht.
* Meetlint: Wordt gebruikt om de reikwijdte te meten bij zit-en-reiktests, wat een minder nauwkeurige maar eenvoudiger beoordeling van de flexibiliteit van de hamstrings en de onderrug oplevert.
* Flexometer: Een gespecialiseerd apparaat voor het meten van de flexibiliteit van specifieke lichaamsdelen, zoals de wervelkolom.
De keuze van het apparaat hangt vaak af van het specifieke gewricht dat wordt beoordeeld en de context (klinische setting, onderzoek, fitnessbeoordeling). Observatie en palpatie (het voelen van de spieren en gewrichten) worden ook vaak gebruikt in combinatie met deze apparaten. |