Met apparaten aan boord worden alle apparatuur of systemen bedoeld die rechtstreeks in een groter systeem, voertuig of machine zijn geïntegreerd. De specifieke voorbeelden variëren drastisch, afhankelijk van wat het grotere systeem is. Hier zijn enkele voorbeelden, gecategoriseerd op basis van het type groter systeem:
In voertuigen (auto's, vrachtwagens, vliegtuigen, schepen, enz.):
* Motorregeleenheid (ECU): Beheert de brandstofinjectie, het ontstekingstijdstip en andere motorfuncties.
* Transmissiecontrole-eenheid (TCU): Regelt automatische transmissies.
* Antiblokkeerremsysteem (ABS): Voorkomt het blokkeren van de wielen tijdens het remmen.
* Elektronische stabiliteitscontrole (ESC) / Elektronisch stabiliteitsprogramma (ESP): Verbetert de stabiliteit van het voertuig.
* Airbagregelmodule: Activeert airbags bij een botsing.
* GPS-navigatiesysteem: Biedt locatie- en routebegeleiding.
* Infotainmentsysteem: Inclusief radio, mediaspeler en vaak navigatie.
* Telematica-eenheid: Verbindt het voertuig met een netwerk voor gegevensoverdracht (bijvoorbeeld voor diagnostiek, tracking of hulpdiensten).
* Onboard Diagnostics (OBD)-systeem: Bewaakt voertuigsystemen en meldt storingen.
* Flight Management System (FMS) (vliegtuigen): Integreert navigatie, vluchtplanning en prestatiemonitoring.
* Automatische piloot (vliegtuigen en schepen): Regelt automatisch aspecten van de vlucht of navigatie.
Op computers en mobiele apparaten:
* Grafische verwerkingseenheid (GPU): Verwerkt afbeeldingen en video.
* Geluidskaart: Verwerkt audio.
* Netwerkinterfacekaart (NIC): Maakt netwerkconnectiviteit mogelijk.
* Harde schijf/Solid State Drive (HDD/SSD): Slaat gegevens op.
* RAM (Random Access Memory): Biedt gegevensopslag op korte termijn voor de processor.
* Wi-Fi-adapter: Maakt draadloze netwerkconnectiviteit mogelijk.
* Bluetooth-adapter: Maakt Bluetooth-connectiviteit mogelijk.
In industriële apparatuur en machines:
* Programmeerbare logische controller (PLC): Beheert geautomatiseerde processen.
* Mens-machine-interface (HMI): Zorgt voor interactie tussen operators en machines.
* Sensoren (verschillende typen): Meet fysieke grootheden (temperatuur, druk, enz.).
* Actuatoren (verschillende typen): Controlebewegingen en andere acties.
* Data-acquisitiesystemen (DAQ): Verzamel en verwerk gegevens van verschillende sensoren.
In satellieten:
* Transponders: Signalen ontvangen en opnieuw verzenden.
* Houdingscontrolesysteem: Behoudt de oriëntatie van de satelliet.
* Voedingssysteem: Genereert en verdeelt energie.
* Communicatiesystemen: Maakt gegevensoverdracht van en naar de aarde mogelijk.
Deze lijst is niet uitputtend, maar biedt een breed scala aan voorbeelden. De term 'aan boord' betekent eenvoudigweg dat het is geïntegreerd in het primaire systeem, zodat de specifieke apparaten altijd contextafhankelijk zullen zijn. |