Een tweetoestandsapparaat is elk systeem dat in een van twee verschillende toestanden kan bestaan. Deze toestanden worden vaak weergegeven als 0 en 1, aan en uit, waar en onwaar, of soortgelijke binaire tegenstellingen. Het belangrijkste kenmerk is de *onderscheidenheid* en het *beperkte aantal* toestanden (slechts twee).
Hier zijn enkele voorbeelden:
* Transistors: In de digitale elektronica zijn transistors fundamentele tweestatenapparaten. Ze fungeren als schakelaars en zijn ofwel "aan" (geleiden elektriciteit) of "uit" (niet geleidend). Dit vormt de basis van alle moderne computers en digitale schakelingen.
* Slippers: Dit zijn elektronische circuits die speciaal zijn ontworpen om één bit informatie (0 of 1) op te slaan. Ze behouden hun staat totdat ze extern worden veranderd.
* Lichtschakelaars: Een eenvoudige lichtschakelaar is een mechanisch apparaat met twee standen:het is aan of uit.
* Een stukje in het computergeheugen: Elke bit in het RAM-geheugen of de harde schijf van een computer kan een 0 of een 1 opslaan.
* Een enkel magnetisch domein op een harde schijf: De magnetisatierichting (noord of zuid) vertegenwoordigt de twee toestanden.
* Een enkele cel in een cellulaire automaat: In een vereenvoudigd model kan elke cel levend of dood zijn.
Het belang van tweestatenapparaten ligt in hun eenvoud en schaalbaarheid. Het gebruik van binaire toestanden (0 en 1) vereenvoudigt logische bewerkingen en maakt de creatie van complexe systemen mogelijk door veel eenvoudige tweestatusapparaten te combineren. Dit binaire systeem vormt de basis van al het digitale computergebruik. |