Wanneer u de helderheid van uw monitor wijzigt, past u de intensiteit van de achtergrondverlichting aan. Hier is een overzicht van wat er gebeurt:
* Aanpassing achtergrondverlichting: De meeste moderne monitoren maken gebruik van liquid crystal display (LCD)-technologie. LCD's zelf produceren geen licht; ze moduleren alleen het licht dat erdoorheen gaat. De achtergrondverlichting, meestal een LED-paneel (Light Emitting Diode) of CCFL (Cold Cathode Fluorescent Lamp) in oudere monitoren, is de lichtbron. Het aanpassen van de helderheid regelt de intensiteit van deze achtergrondverlichting. Dit wordt gedaan door:
* PWM (pulsbreedtemodulatie): Dit is de meest gebruikelijke methode. De achtergrondverlichting wordt snel in- en uitgeschakeld. Bij lagere helderheidsinstellingen is de achtergrondverlichting gedurende een langer deel van elke cyclus uitgeschakeld, wat resulteert in een zwakker totaalbeeld. Bij hogere helderheid staat hij langer aan. Je ziet het flikkeren niet omdat de frequentie meestal hoog genoeg is om niet waarneembaar te zijn voor het menselijk oog. Sommige mensen zijn echter gevoelig voor PWM en kunnen last krijgen van vermoeide ogen of hoofdpijn.
* DC-dimmen: Deze methode past continu de spanning aan die aan de achtergrondverlichting wordt geleverd, waardoor de intensiteit rechtstreeks wordt geregeld. Dit vermijdt over het algemeen het flikkeren dat gepaard gaat met PWM, maar kan soms de kleurnauwkeurigheid beïnvloeden bij zeer lage helderheidsniveaus.
* Signaalverwerking: Het signaal dat vanaf uw computer of ander apparaat wordt verzonden, blijft in essentie hetzelfde. De monitor moduleert eenvoudigweg de hoeveelheid licht die door de LCD-pixels gaat, op basis van de helderheidsinstelling. De contrastverhouding (het verschil tussen de helderste en donkerste delen van het beeld) wordt niet rechtstreeks beïnvloed door aanpassing van de helderheid, hoewel het waargenomen contrast kan veranderen als gevolg van het algehele lichtniveau.
In wezen verander je niet de gegevens die de afbeelding vertegenwoordigen, maar eerder hoe intens die afbeelding wordt verlicht. Het is alsof je een dimmer op een gloeilamp draait:de lamp produceert nog steeds hetzelfde licht, maar de dimmer bepaalt hoeveel licht je ogen bereikt. |