Wanneer een computer wordt ingeschakeld, worden essentiële delen van het besturingssysteem (OS) overgebracht naar RAM (Random Access Memory) .
Hier is een meer gedetailleerde uitleg:
* Opstartproces: Wanneer u een computer inschakelt, doorloopt deze een proces dat opstarten wordt genoemd.
* BIOS/UEFI: Het eerste programma dat wordt uitgevoerd is meestal het BIOS (Basic Input/Output System) of UEFI (Unified Extensible Firmware Interface), dit is firmware die is opgeslagen op een chip op het moederbord.
* POST (Zelftest bij inschakelen): Het BIOS/UEFI voert een POST uit om de hardwarecomponenten te controleren.
* Bootlader: Het BIOS/UEFI lokaliseert vervolgens een bootloaderprogramma en laadt het vanaf een opslagapparaat (meestal de harde schijf of SSD).
* Kernel laden: De primaire taak van de bootloader is het laden van de OS-kernel (de kern van het besturingssysteem) in het RAM-geheugen.
* Besturingssysteem in RAM: Zodra de kernel in het RAM-geheugen is geladen, neemt het besturingssysteem de controle over het systeem over. Andere essentiële OS-componenten, zoals apparaatstuurprogramma's, systeembibliotheken en kritieke services, worden indien nodig ook in het RAM geladen.
Waarom RAM?
* Snelheid: RAM is veel sneller dan opslagapparaten zoals harde schijven of SSD's. Het besturingssysteem moet zich in het RAM bevinden om instructies uit te voeren en snel te reageren op gebruikersinvoer en systeemgebeurtenissen.
* Directe toegang: De CPU heeft rechtstreeks toegang tot gegevens en instructies die in het RAM zijn opgeslagen.
* Volatiliteit: RAM is vluchtig, wat betekent dat de inhoud verloren gaat wanneer de stroom wordt uitgeschakeld. Daarom moet u uw werk opslaan op een opslagapparaat (harde schijf, SSD, enz.) om het te behouden.
Samenvattend worden de essentiële onderdelen van het besturingssysteem naar het RAM-geheugen overgebracht wanneer de computer wordt ingeschakeld, zodat een snelle en efficiënte werking mogelijk is. |