Directe toegang opslagapparaten (DASD's) maken, in tegenstelling tot apparaten met sequentiële toegang, willekeurige toegang tot specifieke datablokken mogelijk. Dit betekent dat u niet het hele apparaat hoeft door te lezen om een bepaald stukje informatie te vinden. Deze mogelijkheid maakt verschillende methoden voor bestandsorganisatie mogelijk:
* Relatieve bestandsorganisatie: Bestanden worden opgeslagen in genummerde records (of slots). De positie van het bestand wordt bepaald door het recordnummer. Dit is eenvoudig en efficiënt om individuele records rechtstreeks op nummer te openen. Het kan echter leiden tot ruimteverspilling als records worden verwijderd en de gaten niet worden beheerd.
* Geïndexeerde sequentiële bestandsorganisatie: Dit combineert de voordelen van sequentiële en directe toegang. Records worden opeenvolgend opgeslagen, maar er wordt een index bijgehouden die sleutelwaarden (bijvoorbeeld werknemers-ID) toewijst aan hun fysieke locaties op de DASD. Dit maakt zowel sequentiële verwerking mogelijk (handig voor rapporten) als directe toegang per sleutel (handig voor het vinden van een specifiek record).
* Hashing: Een hash-algoritme wordt gebruikt om het adres van een record te berekenen op basis van de sleutelwaarde. Dit maakt een zeer snelle directe toegang mogelijk, maar kan leiden tot botsingen (meerdere sleutels die naar hetzelfde adres worden gehasht), waarvoor strategieën zoals chaining of open adressering nodig zijn om deze af te handelen.
* Geïndexeerde bestandsorganisatie: Vergelijkbaar met geïndexeerd sequentieel, maar zonder de sequentiële organisatie van de records. De records kunnen zich overal op de DASD bevinden en een index zorgt voor een mapping tussen sleutels en recordlocaties. Dit biedt flexibiliteit, maar kan minder efficiënt zijn voor sequentiële toegang.
Bij al deze methoden spelen het besturingssysteem en het bestandssysteem een cruciale rol. Ze beheren de mapping tussen logische bestandsnamen en fysieke locaties op de DASD, zorgen voor de toewijzing en toewijzing van ruimte en zorgen voor de gegevensintegriteit. Het specifieke gebruikte bestandsorganisatieschema hangt af van de behoeften van de applicatie en de kenmerken van de DASD. Een databasesysteem kan bijvoorbeeld hashing of geïndexeerde bestandsorganisatie gebruiken voor snel ophalen, terwijl een logbestand wellicht beter gediend is met sequentiële organisatie. |