Toegang krijgen tot een IBM TS3100-tapedrive hangt af van hoe deze is aangesloten en wat u probeert te doen. Er is geen enkel antwoord. Hier volgt een overzicht van veelvoorkomende scenario's:
1. Fysieke toegang:
* Direct: Als u fysieke toegang heeft tot de server of opslagarray waarop de TS3100 is geïnstalleerd, moet u tapecartridges fysiek laden en verwijderen. Dit omvat het openen van het schijfcompartiment (waarbij u de instructies van de fabrikant zorgvuldig volgt) en het plaatsen of verwijderen van de tape.
2. Softwaretoegang (gegevenstoegang):
Dit is de manier waarop u met de schijf communiceert om gegevens te lezen of te schrijven. De werkwijze is sterk afhankelijk van het besturingssysteem en de gebruikte software:
* Besturingssysteemniveau:
* Linux: U zult waarschijnlijk opdrachtregelprogramma's zoals `mt` (voor tapemanipulatie) gebruiken om de drive te besturen en met tapeapparaten te communiceren. U kunt ook een bibliotheek of toepassing op een hoger niveau gebruiken voor het beheren van back-ups en herstelbewerkingen. De specifieke apparaatnaam (bijvoorbeeld `/dev/st0`) is afhankelijk van de configuratie van uw systeem.
* Vensters: Windows gebruikt een vergelijkbare aanpak, maar met een eigen set opdrachten en hulpprogramma's. Back-uptoepassingen zullen doorgaans de directe interactie met de `mt`-achtige opdrachten wegnemen.
* AIX/IBM i: IBM's eigen besturingssystemen hebben hun eigen specifieke opdrachten en API's voor het beheer van tapedrives.
* Back-upsoftware:
* De meeste back-upsoftware (bijvoorbeeld TSM, Commvault, Veritas NetBackup, Veeam) kan de interactie op laag niveau met de tapedrive aan. U beheert de back-up- en herstelprocessen via de software-interface, niet rechtstreeks via OS-opdrachten. De software zorgt voor zaken als het monteren, lezen, schrijven en uitwerpen van tapes.
3. Netwerktoegang (indien van toepassing):
Als de TS3100 deel uitmaakt van een NAS-systeem (Network Attached Storage) of een SAN (Storage Area Network), krijgt u er toegang toe via de netwerkprotocollen die door dat systeem worden ondersteund. Meestal gaat het om:
* Fibre Channel: Algemeen voor SAN-omgevingen. De toegang wordt bemiddeld via de beheerinterface van het opslagsysteem.
* iSCSI: Een ander veelgebruikt SAN-protocol. Net als bij Fibre Channel beheert u de toegang via het opslagsysteem.
* Andere netwerkprotocollen: Afhankelijk van uw configuratie kunnen er andere protocollen bij betrokken zijn.
Samengevat:
Om effectief toegang te krijgen tot een IBM TS3100-tapedrive, moet u het volgende begrijpen:
* Fysieke locatie: Waar bevindt de schijf zich fysiek?
* Netwerkconnectiviteit: Maakt het deel uit van een SAN of NAS?
* Besturingssysteem: Welk besturingssysteem beheert de schijf?
* Back-upsoftware (indien aanwezig): Welke back-upsoftware wordt er eventueel gebruikt?
Zonder meer context over uw specifieke configuratie kan ik u geen preciezere instructies geven. Controleer de documentatie van uw systeem, raadpleeg uw IT-beheerder of zoek de documentatie voor uw specifieke back-upsoftware. |