Het verschil tussen stabiele opslag en schijf ligt voornamelijk in de *garantie* van gegevenspersistentie. Hoewel een schijf in veel contexten een vorm van stabiele opslag is, impliceert de term 'stabiele opslag' een sterkere, meer formele garantie over de overlevingskansen van gegevens.
* Schijf (of algemener:blokopslag): Een schijf is een fysiek of virtueel apparaat waarop gegevens worden opgeslagen. Het is gevoelig voor storingen:stroomstoringen, hardwarestoringen, softwareproblemen en zelfs bitrot kunnen gegevens beschadigen. Hoewel schijven gebruik maken van foutcorrectie- en redundantiemechanismen (zoals RAID), bieden ze geen garantie voor 100% gegevenspersistentie. Gegevensverlies is *mogelijk*.
* Stabiele opslag: Stabiele opslag is een abstractie die de persistentie van gegevens *garandeert*, ook na tijdelijke stroomstoringen of systeemcrashes. Als een systeem gegevens naar een stabiele opslag schrijft, *moet* het een storing overleven. Deze garantie wordt doorgaans bereikt door middel van technieken zoals:
* Redundantie: Er worden meerdere kopieën van gegevens opgeslagen op verschillende fysieke apparaten.
* Write-Ahead Logging (WAL): Gegevens worden eerst naar een logboek geschreven (meestal in het geheugen) voordat ze worden vastgelegd in de hoofdopslag. Als er een crash optreedt, maakt het logboek herstel mogelijk.
* Journaling-bestandssystemen: Deze bestandssystemen houden een journaal (logboek) bij van de wijzigingen voordat ze naar schijf worden geschreven. Ze zorgen voor gegevensconsistentie, zelfs als het systeem halverwege het schrijven crasht.
* Hardwarefuncties: Sommige opslagsystemen bieden op hardware gebaseerde garanties voor de persistentie van gegevens, zelfs bij ernstige storingen.
In het kort:
* Een schijf *kan* worden gebruikt als stabiele opslag, maar is niet inherent stabiele opslag.
* Stabiele opslag *vereist* mechanismen om de overlevingskansen van gegevens te garanderen, ook na normale schijfstoringen. Het biedt een hoger niveau van gegevensintegriteit en beschikbaarheid.
Zie het als volgt:een schijf is een hulpmiddel; stabiele opslag is een concept. Je kunt een hamer gebruiken om een huis te bouwen (het huis is een stabiele opslagplaats), maar een hamer op zichzelf is geen huis. Op dezelfde manier is een schijf een component die *kan worden gebruikt* om een stabiel opslagsysteem te bouwen, maar de schijf alleen garandeert geen stabiliteit. |