Een jumper voor de harde schijf is een klein plastic stukje met metalen pinnen erop, dat wordt gebruikt om de bedrijfsmodus van de harde schijf te configureren, met name de master/slave-instelling in oudere IDE-systemen (Integrated Drive Electronics).
In wezen veranderden jumpers fysiek de elektrische verbindingen op de harde schijf om het systeem te vertellen hoe de schijf zou moeten functioneren binnen een keten van schijven die op dezelfde IDE-controller waren aangesloten. Bijvoorbeeld:
* Meester: De primaire harde schijf op het IDE-kanaal. Het had voorrangstoegang.
* Slaaf: Een secundaire harde schijf op hetzelfde IDE-kanaal. Het werkte pas na de masteraandrijving.
* Kabel selecteren: In deze configuratie werd de jumperinstelling niet gebruikt op de harde schijf zelf; in plaats daarvan bepaalde de positie van de schijf op de IDE-kabel de master/slave-instelling.
Waarom zijn ze verouderd?
Jumpers zijn grotendeels achterhaald omdat moderne SATA (Seriële ATA) en andere nieuwere interfacestandaarden deze niet nodig hebben. SATA-schijven en -controllers configureren zichzelf automatisch, waardoor handmatige jumperconfiguratie niet meer nodig is.
Samenvattend:hoewel ze ooit van cruciaal belang waren voor het configureren van IDE-harde schijven, zijn harddrive-jumpers een overblijfsel van oudere technologie en niet nodig in moderne computersystemen. |