Compact Disks (CDS) gebruiken een technologie genaamd optische opslag .
Hier is hoe het werkt:
* gegevens worden gecodeerd als putten en landen: Gegevens worden op de CD opgeslagen als een reeks microscopische putten en landen (platte gebieden) op het oppervlak van een polycarbonaatschijf.
* laser leest de gegevens: Een laserstraal is gericht op de schijf en de weerspiegeling van de laserstraal verandert afhankelijk van of deze een put of een land raakt. Deze veranderingen in reflectie worden geïnterpreteerd als binaire gegevens (0s en 1s).
* gegevens worden digitaal gecodeerd: De gegevens worden vervolgens gedecodeerd en omgezet in digitale signalen, die kunnen worden gebruikt door een computer of een ander elektronisch apparaat.
Hier is een vereenvoudigde uitleg:
Zie een CD als een zeer fijn gedetailleerd record. De "grooves" op de plaat zijn als de kuilen en landen op de CD. Een laser leest de "grooves" en zet ze om in digitale informatie. |