De drie opslagmedia - harde schijven, floppy schijven en zip -schijven - hebben verschillende dingen gemeen:
* Het zijn allemaal magnetische opslagapparaten. Dit betekent dat ze gegevens opslaan door kleine deeltjes op een schijf te magnetiseren.
* Het zijn allemaal fysieke opslagmedia. Dit betekent dat het tastbare objecten zijn die fysiek kunnen worden behandeld en getransporteerd.
* Het zijn allemaal opeenvolgende opslagapparaten voor toegang. Dit betekent dat gegevens in een specifieke volgorde worden toegankelijk, beginnend bij het begin van de schijf en opeenvolgend door de gegevens bewegen.
* Het waren op een bepaald moment allemaal veel voorkomende vormen van gegevensopslag. Floppy -schijven waren de dominante vorm van gegevensopslag in de jaren tachtig en negentig, terwijl zip -schijven populair waren in de late jaren negentig en begin 2000. Harde schijven zijn al tientallen jaren het primaire opslagapparaat voor computers en zijn in veel gevallen nog steeds.
Ze hebben echter ook enkele belangrijke verschillen:
* Capaciteit: Harde schijven hebben aanzienlijk hogere opslagcapaciteiten dan disdels of zip -schijven.
* Duurzaamheid: Harde schijven zijn over het algemeen duurzamer dan diskerijen of zip -schijven, maar ze zijn allemaal vatbaar voor schade.
* snelheid: Harde schijven zijn over het algemeen sneller dan diskerijen of zip -schijven.
* draagbaarheid: Floppy -schijven en zip -schijven zijn draagbaarder dan harde schijven.
Kortom, alle drie zijn magnetische opslagmedia, maar ze hebben aanzienlijke verschillen in capaciteit, snelheid, duurzaamheid en draagbaarheid. |