De twee gegevensoverdrachtsmodi die in harde schijven worden gebruikt, zijn:
1. PIO (geprogrammeerde ingang/uitgang) :Dit is een oudere modus waarin de CPU zwaar betrokken is bij het gegevensoverdrachtsproces. Elk stukje gegevens dat wordt gelezen of geschreven naar de schijf vereist dat de CPU instructies uitvoert en de overdracht beheert. Deze modus is inefficiënt en kan de algehele systeemprestaties vertragen omdat deze de CPU belast.
2. DMA (directe geheugentoegang) :Dit is de moderne en voorkeursmodus voor gegevensoverdracht. In DMA behandelt een speciale chip op het moederbord genaamd de DMA -controller de overdracht van gegevens tussen de harde schijf en RAM direct. Dit maakt de CPU vrij om andere taken uit te voeren, wat resulteert in aanzienlijk snellere gegevensoverdrachtssnelheden en verbeterde systeemprestaties.
Moderne besturingssystemen en harde schijven gebruiken bijna uitsluitend de DMA -modus vanwege de efficiëntie- en prestatievoordelen. PIO -modus wordt grotendeels als verouderd beschouwd. |