Het type opslag dat zich op de processor bevindt, wordt cache -geheugen genoemd .
Hier is een uitsplitsing:
* Cache -geheugen: Dit is een klein, snel geheugen dat direct op de processor zit. Het fungeert als een tijdelijk houdgebied voor vaak gebruikte gegevens en instructies. Hierdoor kan de processor veel sneller toegang krijgen tot gegevens dan wanneer het elke keer naar het hoofdgeheugen (RAM) moest gaan.
soorten cache:
* L1 Cache: De snelste en kleinste cache, direct op de processorkern. Het wordt meestal opgesplitst in twee delen:een instructiecache (I-Cache) en een datacache (D-Cache).
* L2 Cache: Iets langzamer en groter dan L1, meestal gedeeld met meerdere kernen.
* l3 cache: De grootste en langzaamste, gedeeld door alle kernen binnen een processor.
Sleutelpunten:
* snelheid: Cache -geheugen is aanzienlijk sneller dan RAM.
* Grootte: Cache is veel kleiner dan RAM, omdat het duurder is om te bouwen.
* Localiteit van referentie: Cache -geheugen werkt efficiënt vanwege het principe van de locatie van referentie. Dit betekent dat programma's de neiging hebben om toegang te krijgen tot gegevens en instructies in de nabijheid van wat ze al hebben toegankelijk.
Laat het me weten als je een meer gedetailleerde uitleg wilt over hoe het cache -geheugen werkt! |