Harde schijven communiceren met het moederbord via de Serial ATA (SATA) of Parallel ATA (PATA) interface.
Seriële ATA (SATA): SATA is een nieuwere en efficiëntere interface die een seriële verbinding gebruikt om gegevens over te dragen tussen de harde schijf en het moederbord. SATA-kabels zijn dunner en flexibeler dan PATA-kabels en ondersteunen gegevensoverdrachtsnelheden tot 600 MB/s.
Parallelle ATA (PATA): PATA is een oudere interface die een parallelle verbinding gebruikt om gegevens over te dragen tussen de harde schijf en het moederbord. PATA-kabels zijn dikker en minder flexibel dan SATA-kabels en ondersteunen slechts gegevensoverdrachtsnelheden tot 133 MB/s.
Naast de data-interface communiceren harde schijven ook met het moederbord via de voeding. De voeding voorziet de harde schijf van de elektrische stroom die deze nodig heeft om te kunnen functioneren.
Hier is een meer gedetailleerde uitleg van hoe harde schijven communiceren met het moederbord:
1. De harde schijf stuurt een verzoek naar het moederbord om gegevens te lezen of te schrijven.
2. Het moederbord stuurt het verzoek naar de harde schijfcontroller, een chip op het moederbord die de harde schijf beheert.
3. De harde schijfcontroller stuurt het verzoek naar de lees-/schrijfkop van de harde schijf, een klein magnetisch apparaat dat gegevens leest en schrijft naar de harde schijf.
4. De lees-/schrijfkop leest of schrijft de gegevens naar de harde schijf.
5. De harde schijfcontroller stuurt de gegevens terug naar het moederbord.
6. Het moederbord stuurt de gegevens naar het juiste apparaat of applicatie.
Dit proces wordt elke keer herhaald als de harde schijf gegevens moet lezen of schrijven. |