1. Fragmentatie van de bestandstoewijzingstabel (FAT): Wanneer u een nieuw bestand op uw schijf opslaat, wijst Windows clusters (fysieke blokken opslagruimte) toe om de gegevens op te slaan. Naarmate u bestanden verwijdert en nieuwe maakt, worden de clusters die aan de verwijderde bestanden zijn toegewezen na verloop van tijd leeg. De FAT-vermeldingen voor deze clusters blijven echter behouden, waardoor Windows deze niet kan overschrijven met nieuwe gegevens. Deze fragmentatie kan de toegang tot bestanden en de systeemprestaties vertragen.
2. Schijfdefragmentatie: Om FAT-fragmentatie aan te pakken, kan Windows schijfdefragmentatie uitvoeren, een proces dat de clusters op de schijf herschikt om fragmentatie te verminderen en de toegang tot gegevens te optimaliseren. Tijdens defragmentatie verplaatst Windows gegevens van gefragmenteerde clusters naar aangrenzende clusters, waardoor de toegang tot bestanden efficiënter wordt.
3. Herverdeling van gegevens en slijtage-nivellering: Terwijl u doorgaat met het schrijven, verwijderen en herschrijven van gegevens naar uw schijf, verslijten de NAND-flashcellen waarin de gegevens worden opgeslagen uiteindelijk. Om slijtage-nivellering te beheersen, gebruiken moderne solid-state drives (SSD's) algoritmen om schrijfbewerkingen gelijkmatig over verschillende geheugencellen te verdelen en hun levensduur te verlengen. Dit proces kan gepaard gaan met het verplaatsen van gegevens tussen cellen en het opnieuw toewijzen van clusters.
4. TRIM-opdracht: Om de schijfefficiëntie te behouden, gebruikt Windows de TRIM-opdracht om SSD's te informeren wanneer gegevens zijn verwijderd. Met deze opdracht kan de SSD onnodige datablokken wissen, waardoor opslagruimte vrijkomt en de prestaties worden verbeterd.
5. Vermindering van schijfcapaciteit: Na verloop van tijd kunnen de continue schrijf-wiscycli de algehele capaciteit van SSD's verminderen. Dit komt omdat elke cel een eindig aantal schrijfcycli heeft voordat deze onbetrouwbaar wordt. Om dit te beperken, implementeren SSD's overprovisioning, waarbij een deel van de capaciteit van de schijf gereserveerd is en niet toegankelijk is voor de gebruiker. Deze reservecapaciteit kan worden gebruikt voor het nivelleren van slijtage en het verlengen van de levensduur van de aandrijving. |