Het antwoord op deze vraag hangt af van de specifieke werkbelasting die wordt uitgevoerd. Over het algemeen is een grotere L2-cachegrootte gunstiger voor werkbelastingen met een grote werkset die niet volledig in de L1-cache past. Dit komt omdat de L2-cache meer gegevens kan opslaan die waarschijnlijk in de nabije toekomst nodig zullen zijn, waardoor het aantal keren dat de processor toegang moet krijgen tot het langzamere hoofdgeheugen wordt verminderd. Aan de andere kant is een hogere kloksnelheid gunstiger voor werkbelastingen die rekenintensief zijn en waarvoor niet zoveel gegevens in de cache hoeven te worden opgeslagen. Dit komt doordat een hogere kloksnelheid de processor in staat stelt instructies sneller uit te voeren, zelfs als hij vaker toegang moet krijgen tot het hoofdgeheugen.
In het specifieke geval van een 2,1GHz-processor met 1MB L2-cache versus een 2GHz-processor met 2MB L2-cache, zou de 2GHz-processor waarschijnlijk beter zijn voor rekenintensieve workloads, terwijl de 2,1GHz-processor beter zou zijn voor workloads met een grote werkset. Het is echter belangrijk op te merken dat dit slechts een algemene vuistregel is en dat de daadwerkelijke prestaties van een processor zullen afhangen van een aantal andere factoren, zoals de specifieke architectuur van de processor, de compiler die wordt gebruikt om de code te genereren, en het besturingssysteem. |