Opruimingsvolume: Het bloedvolume dat tijdens één hartcyclus door één ventrikel wordt gepompt.
Om het hart effectief te laten pompen, moet er voldoende bloed naar het hart terugkeren om het te vullen. Als het hart inefficiënt is en tijdens de systole niet veel bloed wegpompt, zal het einddiastolische volume toenemen totdat het hart het aankan. Dit resulteert in een verhoogde einddiastolische druk. Een toename van de einddiastolische druk maakt het moeilijker voor het bloed om naar het hart terug te keren, waardoor de veneuze terugstroom wordt verminderd. Daarom wordt het slagvolume verminderd en om het lichaam in staat te stellen het hartminuutvolume op peil te houden, moet de hartslag stijgen.
Hartfalen is vaak het hoogtepunt van een vicieuze cirkel met een verminderd slagvolume, een toename van de einddiastolische druk, een verminderde veneuze return en een verhoogde hartslag. |