1. Binaire cijfers (bits)
Alle informatie op een computer wordt opgeslagen in de vorm van binaire cijfers of bits. Een bit kan 0 of 1 zijn. Deze twee toestanden kunnen worden weergegeven door verschillende fysieke toestanden, zoals de aan- of afwezigheid van een lading, de polarisatie van magnetisch materiaal of de putjes en bultjes op een cd-rom.
2. Bytes
Een byte is een groep van acht bits. Bytes zijn de basisopslageenheid in een computer. Elke byte kan een enkel tekstteken, een getal of een ander type gegevens vertegenwoordigen.
3. Woorden
Een woord is een groep bytes die als een eenheid door de computer wordt verwerkt. De grootte van een woord varieert van computer tot computer, maar is doorgaans 32 of 64 bits.
4. Adressen
Elke locatie in het geheugen heeft een adres. Het adres van een locatie vertelt de computer waar de gegevens die op die locatie zijn opgeslagen, kunnen worden gevonden.
5. Bestanden
Een bestand is een verzameling gerelateerde gegevens die samen op een schijf of ander opslagapparaat worden opgeslagen. Bestanden krijgen doorgaans een naam die hun inhoud identificeert.
6. Mappen
Mappen worden gebruikt om bestanden in een hiërarchische structuur te ordenen. Mappen kunnen naast bestanden ook andere mappen bevatten.
7. Schijven
Schijven worden gebruikt om grote hoeveelheden gegevens op te slaan. Schijven kunnen intern zijn (zoals een harde schijf) of extern (zoals een USB-flashstation).
8. Cloudopslag
Cloudopslag is een manier om gegevens online op te slaan. Cloudopslag is toegankelijk via internet en kan worden gebruikt om elk type gegevens op te slaan. |