Er zijn een paar mogelijkheden voor een apparaat dat niet zou verschijnen in BIOS -installatie of apparaatbeheerder:
1. Apparaten die niet zijn verbonden met het systeem:
* losgekoppelde randapparatuur: Een USB -station, externe harde schijf of andere randapparatuur die momenteel niet op de computer is aangesloten, wordt niet herkend.
* apparaten in een aangedreven status: Sommige apparaten, zoals printers of netwerkapparaten, kunnen een stroomschakelaar hebben die moet worden ingeschakeld voordat ze door het systeem kunnen worden herkend.
2. Apparaten die niet compatibel zijn met het systeem:
* Oudere of verouderde apparaten: Een apparaat dat is ontworpen voor een ouder besturingssysteem of architectuur, is mogelijk niet compatibel met uw huidige systeem.
* apparaten met defecte stuurprogramma's: Als het apparaat een stuurprogramma vereist en de stuurprogramma ontbreekt, beschadigd of onverenigbaar, kan het apparaat niet worden herkend.
* Incompatibele hardware: Het apparaat is mogelijk niet fysiek compatibel met uw moederbord of systeembus.
3. Apparaten die verborgen of uitgeschakeld zijn:
* Uitgeschakelde apparaten: Een apparaat kan opzettelijk zijn uitgeschakeld in apparaatbeheer of BIOS -instellingen.
* verborgen apparaten: Sommige apparaten kunnen om verschillende redenen in apparaatbeheer worden verborgen, zoals een legacy -apparaat of een apparaat dat momenteel niet functioneert.
4. Apparaten die niet worden ondersteund door het besturingssysteem:
* Beperkingen van het besturingssysteem: Sommige apparaten worden mogelijk niet ondersteund door uw besturingssysteem. Een heel oud besturingssysteem herkent bijvoorbeeld geen nieuwere apparaten.
Om het probleem op te lossen, kunt u het volgende proberen:
* Controleer de apparaatverbindingen: Zorg ervoor dat het apparaat correct is aangesloten op het systeem.
* Power op het apparaat: Zorg ervoor dat het apparaat is ingeschakeld.
* Controleer op apparaatstuurprogramma's: Zorg ervoor dat de juiste stuurprogramma's voor het apparaat zijn geïnstalleerd.
* Schakel het apparaat in in BIOS -instellingen of apparaatbeheerder: Als het apparaat is uitgeschakeld, schakelt u dit in.
* Werk het besturingssysteem bij: Een verouderd besturingssysteem herkent mogelijk geen nieuwere apparaten.
* Controleer de documentatie van het apparaat: Raadpleeg de apparaatdocumentatie voor compatibiliteitsinformatie.
Als u het apparaat nog steeds niet kunt identificeren, kan het nodig zijn om een technicus of fabrikant te raadplegen voor hulp. |