De opstartvolgorde van het BIOS (Basic Input/Output System) is de volgorde waarin de computer op verschillende opslagapparaten controleert of een besturingssysteem wordt geladen wanneer het opstart. De opstartvolgorde wordt bepaald door de BIOS-instellingen en kan doorgaans worden gewijzigd door tijdens het opstartproces op een toets (zoals F2 of F12) te drukken.
De typische opstartvolgorde is als volgt:
1. CD-ROM- of DVD-station: De computer controleert eerst of het cd-rom- of dvd-station een opstartbare schijf bevat. Als er een opstartbare schijf wordt gevonden, laadt de computer het besturingssysteem ervan.
2. Harde schijf: Als er geen opstartbare schijf wordt gevonden, controleert de computer de harde schijf op een besturingssysteem. Als er een besturingssysteem op de harde schijf wordt gevonden, laadt de computer dit.
3. Netwerkinterfacekaart (NIC): Als er geen opstartbare schijf of besturingssysteem op de harde schijf wordt gevonden, controleert de computer de NIC op een netwerkgebaseerd besturingssysteem. Als er een netwerkgebaseerd besturingssysteem wordt gevonden, zal de computer dit laden.
De opstartvolgorde kan worden gewijzigd om prioriteit te geven aan een bepaald apparaat. U kunt de computer bijvoorbeeld zo instellen dat deze eerst opstart vanaf het cd-rom- of dvd-station, zodat u een besturingssysteem vanaf een schijf kunt installeren. |